“Ik heb een boer die anders is dan andere mannen”
Columns 8 december 2012 0Lang voordat Boer zoekt vrouw een kijkcijferkanon werd, ontmoette cabaretière en columniste Irene van der Aart haar boer Gerhard. Ze was helemaal niet op zoek naar een boer, maar het lot bepaalde anders. Gerhard. Inmiddels pendelt ze al tien jaar lang tussen Amsterdam en Westendorp (halverwege Doetinchem en Varsseveld). In haar boek De Boer op geeft ze – heel vermakelijk - de verschillen tussen het leven in de stad en op de boerderij weer.
“In het begin heb ik als stadse echt moeten wennen op de boerderij. Ik wist niks van het boerenleven, had er zo mijn eigen romantische gedachten over. Als je hier dan eenmaal zit en meekijkt, zie je dat het gewoon een bedrijf is. Niet meer en niet minder. Het is twee keer per dag melken, óók als we een feestje hebben of een dagje uit zijn. Pasgeboren kalfjes wilde ik het liefst binnen, bij de kachel leggen. Gerhard niet.
De meisjes mogen blijven, de jongens gaan naar de slacht. Als ik hem vraag wat zijn lievelingskoe is, zegt hij: ‘Nummer 24. Die geeft het meeste melk.’ En dan die mannen die hier allemaal over de vloer komen: de inseminator, de koeienscheerder. Ik wist niet eens dat die beroepen bestonden! Stuk voor stuk komen ze door de achterdeur, want die is altijd los. Ook zoiets. Ondenkbaar in Amsterdam dat je de deur open laat voor je bezoek. In het begin was ik de ene helft van de week op de boerderij en zat ik de andere helft in het westen.
Psychologisch werkte het niet. Ik voelde me op de boerderij op visite en een gast in Amsterdam. Toch kon ik ook niet kiezen. Ik ben er nog steeds niet aan toe om mijn leven in Amsterdam achter me te laten en ik wil me ook niet definitief vestigen in het oosten. Dus houd ik mijn pied-à-terre gewoon aan.
De boerderij is tegenwoordig wél mijn hoofdhuis. Daar staan mijn belangrijkste spullen: de piano, de saxofoon en de gitaar. Moet ik ergens optreden in het westen dan overnacht ik in Amsterdam, anders wordt het reizen me te veel. Zeker als ik alle files tegenkom vanuit de Achterhoek. Bovendien ben ik niet echt een ochtendmens. Gerhard wel. Hij staat meestal voor dag en dauw op om de dingen te doen, die hij moet doen.
Wat ik grappig vind, is dat Gerhard in de ogen van westerlingen een echte boer is. Hij melkt, heeft een verweerde kop, weet álles over het boerenleven, maar ik weet zeker dat er hier anders tegen hem wordt aangekeken. Hij zal nog wel eens het onderwerp van gesprek zijn tussen naobers. Een boer die verre reizen maakt, zijn boerderij alleen laat, met een stadse samenwoont én van Freek de Jonge houdt, is toch anders dan anders.”
0 Reacties